1 C.V. van de beeldhouwer

Joseph B.C. Wouters, Zwijndrecht 1942 NEDERLAND
Adres Frankrijk : Joseph Wouters, Vaudrude 24800? CORGNAC SUR L’ISLE tefloon +33 (0)5 53 52 58 65
onder de naam Joop Wouters ingeschreven bij de Sichting PICTORICHT, Amsterdam



Opleidingen, etc
1959-1962 Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving, 's-Hertogenbosch
Docenten o.a Wim Noordhoek, natuurtekenen ; Lou Strik, illustratie ; Peter Roovers, beeldhouwen ; Chris Brand, calligrafie en lettertekenen ; Kurt Lüb ontwerpen algemeen.
1962-1964 Militaire dienst
1965-1966 C.V.V. steenhouwen, Utrecht
1965-1968 Kunstacademie, Utrecht; avondopleiding. Docenten o.a. A. Stokhof de Jong, kleurenleer en schilderen. Piet Jungblut, beeldhouwen ; Louis Dusée, modeltekenen.
1966-1968 Uitvoerder bij beeldhouwer Jeanot Bürgi, Utrecht
1970 Zelfstandige vestiging te Utrecht.


Tentoonstellingen (solo)
1957 Theologische Faculteit, Vrije Universiteit, Amsterdam (tekeningen)
1971 G.S.A. Hilversum
1971 Cinecave, Utrecht (tekeningen)
1973 Harlekino, Utrecht (tekeningen)
1973 AMRO-galerie, Amsterdam
1975 Genootschap Kunsliefde, Utrecht
1975 GSA Hilversuum
1977 Galerie Sisu, Nijmegen
1977 Galeire Jas, Utrecht
1982 Galerie Acantus, Maartensdijk
1982 Galerie De Vier Linden, Asperen
1983 Breedstaat 73, Middelburg
1983 Galerie List, Hannover, Duitsland
1984 Kleine Orangerie, slot Charlottenburg, Berlin, Duistland
1985 Galerie De Vier Linden, Asperen
1989 Galerie Jas, Utrecht
1989 Galerie Het Oude Station, Houten
1989 Galerie Woppie's Deel, Gramsbergen
1991 Galerie Woppie's Deel, Gramsbergen
1991 Tongerlohuys, Roosendaal
1992 Galerie Het Oude Station, Houten
1992 Sint Jansdal Ziekenhuis, Harderwijk
1993 Genootschap Kunstliefde, Utrecht
1993 25 Jaar beeldhouwen, Galerie Woppie's Deel, Gramsbergen
1994 Art Glass Centre, Schalkwijk
1995 Galerie Lijn 3, Den Haag
1996 Galerie Nyehove, Diepenheim
1997 Kunstzaal De Hoge Hees, Eersel
1997 Eigen open atelier weekeinden, Utrecht
1998 Galerie NIKH, Tilburg
1998 Galerie Ho-EenSeven, Arkel
1999 Galerie Ann's Art, Groningen
1999 Galerie De Keerder Kunstkamer, Cadier en Keer
2000 Huis voor Beeldende Kunst, Utrecht
2003 Galerie Dom'Arte, Rucphen
2008 Espace Desoubsdanes, St Laurent sur Gorre, 87, Frankrijk

Groepstentoonstellingen

1962-1965 Stichting Beeldende Kunst, Jan Cunenmuseum, Oss
1963 Tentoonstelling Militair met penseel en palet
1965-1966 Exposite Jonge Nederlandse Kunst 2 ; min CRM (in meedere ste den in Nederland)
1966-19667 Exposite Jonge Nederlandse Kunt 3, min ; CRM (in meedere ste den in Nederland)
1972-2004 Genootschap Kunstliefde, Utrecht, jaarlijkse ledententoonstellingen
1972 Dieren bij dieren, Ouwehands Dierenpark, Rhenen
1973 Leden G.S.A. Hellevoetsluis
1974 Zonnehof, AKG, Amersfoort
1974-1991 Kring van Kunstenaars Stuwing, Stedelijk Museum, Amsterdam, jaarlijkse ledententoonstelling
1975 COSA Delf
1976 Kunst aus Utrecht, Kubus, Hannover, Duitsland
1976 Utrecht, slot Zeist, Zeist
1977 Bouvigne Beelden Buiten, N.K.v.B, Breda
1979 Beton N.K.v.B, Stedelijk Museum, Amsterdam
1980 Konstruktieve Varianten, Genootschap Kunsliefde, Utrecht
1986 Harlox Car Gardens, Harrogate, Groot Brittanie
1986 Sculptuur 86, N.K.v.B. kasteel Groenevel, Baarn
1987 Stadsbeelden'87, Emmen
1989 3e Bienal Escultura, Mus. Municipal,Caldas da Reina, Portugal
1990 Kasteel Sypesteyn, Nieuw Loosdrecht
1990 Art Glass Centre, Schalkwijk
1990 Lustrumexpositie La grande parade, Galerie Woopie's Deel, Gramsbergen
1991 David, tentoonstelling klein plastiek, N.K.v.B, Stedelijlk Museum, Amsterdam
1991 De torso in Nederland, Dordrechts Museum, Dordrecht
1992 Beeldenroute Leierdorp, Deinze, België
1993 De Hoogstraat, Utrecht
1995 Galerie Lijn 3, Den Haag
1995 Galerie Hüsstege, beeldentuin Het Witte Kasteel, Loon op Zand
1995 Galerie Hüsstege, thematentoonstellin De Vier Elementen, Den Bosch
1995 Galerie Hüsstege, jubileumtentoonstelling Pièces de Résistance, Den Bosch
1995 Kunstmanifestatie Noord-Oost Overrijssel (Hardenberg)
1995 Stichting Kunst in Kastelen, Kasteel Ammerzoije, , Ammerzoden
1996 GEBOUW De Zayer, NKvB, Amsterdam
1996 Galerie De Beerenburght. Eck en Wiel, Multiples
1997 International Beeldhouwsymposium,Woerden
1997 Lustrumtentoonstelling De Keerder Kunstkamer, Cadier en Keer
1997 Stichting Kunst in Kastelen Huize Doorn, Doorn
1999 Kunstmanifestatie, Polleur, België
2000 Park Lunenburg Langbroek, winnaars Pieter D'Hontprijs, org. Fentener van Vlissingen Fonds
2001 Lustrumexpositie U.S.K.K. De Engelenzang, Zwolse Algemene, Nieuwegein
2002 Lustrumtentoonstelling Galerie bell'Arte, Maastricht


Mijn werk na 1982

Na de dramatische kop "Oorlogsslachtoffer", 1982, maak ik koppen vanwege de expressie. Door de verschillende soorten steen, elk met zijn eigen karateristiek, kwamen er uitdrukkingen die je vooraf niet kunt bedenken. Met het Berlijnse beel "Woestijn", 1984, begint de periode 'handen', al of niet in combinatie met het hoofd. Dit bezorgt me snel een flinke bekendheid, met als succes de gemeentelijke opdracht voor een groot beeld. Dit is "Het Geheim, 1986, op de Albrachthof te Utrecht geworden.
Daarna ontstaan er grote en kleinere beelden met wisselende onderwerpen. In 1996 begin ik met het thema "rug". Met veel voldoening werk ik dit uit in een aanta varianten. In steengroeven in Duitsland, Spanje en Frankrijk zoek ik hiervoor speciaal de steen uit. De rug van ons lichaam, de achterkant, het heeft een beschermende, defensieve functie en is de gesloten zijde. Onze voorkant, borst, buik, is de open kant van ons lijf. Zo werkt het ook bij de hand, de palm is de open kant, daar zeg je iemand mee gedag, daar groet en streel je mee en heb je mee lief.
Als de rug het onderwerp is, dan moet de achterzijde ook interressant zijn,, vandaar dat ik speciaal daarvoor de stenen uitzoek. Eenmaal hed ik gemerkt dat als er maar een fractie van de borst aanwezig is, het hele beeld zich omkeert en de rug weer letterlijk rugzijde wordt.
Met dit alles blijkt hoe nauwkeurig en belangrijk het is dat de steen niet alleen de beelddrager is, d.w.z. het materiaal waarin het beeld is uitgevoerd, maar voor mij, een wezen-lijk deel van het beeld is en mede vormbepalend. Door zo nadrukkelijk de steen te kiezen is het in esthetische zin ook het meest karakteristiek. Daardoor laat het beeld mijn, persoonlijke voorkeur voor het material zien. Zo ontstaat er het contact met de beschouwer, komen emoties die iedereen kent aan bod : het willen aanraken, voelen, betasten, het zinnelijke beleven, het genieten van het lijfelijke, het sensuele. Maar ook het reflecterende, bespiegelende heeft er zijn deel. Allemaal gevoelsoverdrachten die ik belangrijk vind ; zonder deze heeft het geen inhoud. Het moet niet alleen maar mool zij, niet alleen esthetisch, niet alleen verleiding, niet het siervoorwerp, maar deelgenoot in worden gevoelens.
Hier wil ik ook iets vertellen over de naakt vrouwfiguren die steeds weer opduiken en zo een eigen deel binnen mijn oeuvre zijn gaan vormen deze ben ise gaan maken vanwege de compositie mogelÿkheden. Na de eerste in 1963 maak ik op kasteel Laxion in 1969 een grote in hout van bijna 3 meter hoog. Pas in 1992 de eerste in steen, “Psyche”. Ik heb dan al verschillende grote stenen beelden gemaakt, o.a.”Apollo”, 1987, 218em. graniet en “Moeder met kind”, 1988, 2m, carrara-marmer. De “Psyche” is heel rank geworden doordat ik het gemaakt heb uit travertijn, een taai sinterkalksteen, in andere steen is dit vrijwel onmogelijk, het zou aan de benen breken.
Het vrouwelkijk naaktfiguur heeft altijd een erotische uitstraling. In onze cultuur is dat al heel lang zo, we ontkomen er daarom niet aan.
Het beeld ontwerp of maak ik direct binnen de afmetingen van een blok.Zo’n blok steen is al vorm doordat het onder de zaagmachine rechthoekig is geworden. Niet interessant voor een fragment is het wel geschikt voor een compositie. De “Leda”, 1994,is de eerste die zo tot stand komt. De geringe dikte van 19cm bij lengte van 1.24m.bij 47cm breede vraagt om een geraffineerd ontwerp. Door de plastiche werking bolt de vorm zich op en zo lijkt het beeld volumineuzer dan het in werkelijheid is. Door de ritmische opeenvolging en combinaties van de volume speelt het beeld met het oog, het oog hecht zich nergens permanent waardoor het een levendige voorstelling heft. Hierna maak ik verschillende horizontale vrouwenbeelden taille-direct.
In 1998 tref ik in een kleine steengroeve een mooi ruw brok gele kalksteen en zie direct het beeld dat de “Nocturne” zal worden. Zonder ontwerp werk ik in de groeve dit beeld in ruwe vorm uit, dit ook vanwege het gewicht voor het transport (foto).
Ook voor de volgende beelden maak ik geen ontwerp, alleen voor het ingewikkelde beeld “Le Desir” 2001, maak ik nog een klein schetsje, maar meer voor de bevestiging van het idée, ik zag het al in zijn totaal in de steen.
De laatste beelden worden weer verticaal, maar ondersteboven, dus op zijn kop.Die verbeelden de droom. In de droom heeft het lichaam geen gewicht en het hooofd rust comfortabel op het kussen. Het laastste beeld heeft weer de houding en de gesloten vorm van het eerste beeld ui 1 963. Toeval of herhaalt mijn geschiedenis zich?
Ondertussen blijf ik werken aan de fragmenten, merendeel vrouwentorso’s, voor mij het mooiste dat in onze menselijke natuur voorkomt. De trotse pose die overall in iedere culruur gemaakt wordt en daardoor voelbaar is voor iedereen ; het zit in onze genen. De associatie met het eigen lijf is direct. Alle andere soorten figuraties zijn daardoor in-verder van ons af, geven minder binding. Alles aan ons lijf heeft geschiedenis : pijn in de schouder, kramp in de kuit, vermoeide voeten, verrekte nek of een rug die niet meer wil. Eigen gevoelens en ervaringen spelen parten bij het zien van mijn beelden. Je weet hoe je naar jezelf kijkt in des piegel, hoe je staat, je je beweegt. Dat maak figuratief werk confronterend, het is te controleren, niet vrijblijvend te volgen. De sensualiteit als archetype dat leven schenkt en daardooor een inner-lijke trots heeft is een belangrijke reden voor het maken van mijn beelden.

De steen en het beeld

Steen moet met aandacht en kennis bewerkt worden en dat eist energie en respect. Opvallend bij het maken van een nieuw beeld is, date r vaak een moment is, een sort barrier, die overwonnen moet worden, voordat de steen zich aan mij toelaat. Weliswaar bepaal ik wat het moet worden, maar de steen laat zich niet dwingen, het is een samenspel. Slag voor slag nadert de uiteindelijke vorm zoals die mij voor ogen staat. Hierdoor ontstaat geleidelijk de eenheid van het bewerkte en het ruw gelaten oppervlak. Het steeneigene tegenover het nieuwe beeld. Dat maakt het werken volgens de tailledirect manier zo boeiend. Tijdens het hakproces ontstaan er allerlei associaties die binnen het concept wel of niet bruikbaar blijken. Deze spontane manier van beeldhouwen geeft aan hoe open deze werkwijze is. Er blijven ook wel eens haksporen zichtbaar, de perfecte afwerking is voor mij van minder belang dan het verbeelde. Gezien mag worden dat het beeld met de “hand” gemaakt is. Het is een onderdeel van de belevenis. Het uiterlijk is daardoor sensitiever dan machinaal vervaardigde objecten. Machines zijn voor productie en commercieel belang ontwikkeld. Kunst wordt niet in haast gemaakt, dat staat doorrijping in de weg. Bezinnen en overwegen vergen tijd. Geconcentreerd werken kan ik alleen in de rustige kalmte van mijn atelier. Lawaai en stof van machines zijn dan mijn vijanden.
Omdat ik niet uitga van de perfectie, het volledig doorgepolijste beeld, de “edelsteen”, is mij een brute kalksteen even lief als het ruige granite. Dan is de verweerde korst van marmer juist heel bruikbaar. Het geeft een natuurlijk aanzien aan mijn beelden. Niet het ideale, niet het goddelijke, maar het menselijke staat bij mij voorop. Dat strookt met het thema van mijn werk.
Veel soorten marmer zijn ongeschikt omdat ze te sterk geaderd, gevlamd of getekend zijn. Dat staat de vorm in de weg, vooral bij figuratief werk. De vorm in een “rustige” steen gerealiseerd is het duidelijkst zichtbaar.
Dan blijft er het unieke van elk brok steen en daarmee het beeld met de steeds eigene combinatie van ruw en bewerkt. Dat is niet n a te maken! Het is een reden om mijn werk niet te signeren, mijn werk is mijn signatuur.

Waarom steen ?

De trend in de laatste decennia is dat het vermaterialiseren van een idée wordt afgedaan als secundair. Vooral de concept-art, hoe interessant ook, heeft daaraan bijgedragen. Beeldende kunst is in principe : de verbeelding gestalte geven. Dit maakt het materiaal belangrijk. Binnen een scala van mogelijke materialen is natuursteen altijd geschikt gebleken. Het heeft zijn beperkingen, doch beperking is dikwijls kracht. Door me daarop te concentreren heb ik mijn persoonlijke stijl ontwikkeld.
Uit de paleolithische tijd zijn subtiele, krachtig vormgegeven, stenen figuurtjes overgebleven. Deze oerbeeldjes spreken ons bijzonder aan. Er is een onbewuste herkenning van hun magie; dit komt o.a. door het materiaal waarvan ze gemaakt zijn. Het material, de steen, is bestand tegen slijtage en heeft een tijdloos karakter, date en gevoel van continuïteit en betrouwbaarheid geeft. Steen, de rots, is de basis van vrijwel alles in ons bestaan, dat is bekend. Het geeft enerzijds vertrouwen, anderzijds wekt het nieuwsgierigheid op doordat het telkens weer een grote verscheidenheid aan soorten, gedaanten en kleurn laat zien. Ikzelf wordt e r ook nog steeds door verrast.
Zo doet het me telkens plezier om de reacties van bezoekers mee te maken. Ze willen de steen aanraken, voelen, strelen. De steen is uitnodigend, trekt aandacht en is in al zijn bescheidenheid aantrekkelijk als oermateriaaal.